We bespraken kort geleden al de aankondiging vanuit HL7 International (o.a. FHIR) en openEHR International dat er verkend wordt of bepaalde standaarden en specificaties gelijkgetrokken kunnen worden. Mooi nieuws voor de professionals die al langer in de wereld van open zorginformatie standaarden rondlopen, maar voor degenen die nog niet zo bekend zijn met deze materie gaan we even terug naar de basis: hoe verschillen FHIR en openEHR en hoe kunnen ze elkaar versterken?
In de basis zijn zowel FHIR (Fast Healthcare Interoperability Resources) en openEHR allebei open standaarden voor informatie en communicatie in de zorg. De ‘openheid’ van dergelijke standaarden impliceert overigens niet dat informatie openbaar beschikbaar gemaakt moet worden - Nictiz hanteert bijvoorbeeld de volgende criteria voor de beoordeling van de openheid van standaarden:
- De standaard is goedgekeurd en wordt beheerd door een not-for-profit organisatie. Besluitvorming is open en voor belanghebbenden toegankelijk.
- De standaard is gepubliceerd en de documenten zijn vrijelijk of tegen geringe kosten beschikbaar en zijn vrij te kopiëren.
- Het intellectueel eigendom wordt royalty-free ter beschikking gesteld.
- Er zijn geen beperkingen voor hergebruik van de standaard.
Er zijn nog veel meer van zulke standaarden - denk aan de ISO 13606 normering, DICOM, Edifact, SNOMED-CT, LOINC… Voor de scope van dit artikel houden we het op (de basis van) openEHR en FHIR.
De vraag is vaker komen bovenborrelen: als zowel FHIR als openEHR open standaarden zijn voor informatie en communicatie in de zorg, en het gebruik van een wildgroei aan standaarden de interoperabiliteit slechts bemoeilijkt (de interoperabiliteits-paradox), waarom kiezen we dan niet simpelweg één standaard en zijn we klaar? Helaas zal dat hoogst waarschijnlijk niet werken. Zoals Gerda Meijboom zegt in haar artikel ‘Is er nog toekomst voor de zibs?’: “Als je goed kijkt naar de verschillende standaarden zie je dat elke standaard zijn eigen doel heeft en een eigen uitwerking om dat doel te bereiken.”
Waar vroeger de nadruk lag op de uitwisseling van gegevens, wordt nu steeds meer het gesprek gevoerd over het vastleggen van data en zien we ook in toenemende mate interesse voor openEHR.
Waarin verschillen FHIR en openEHR dan? Gesimplificeerd kunnen we de volgende definities hanteren:
FHIR
FHIR is een HL7-standaard om digitaal gegevens uit te wisselen tussen zorgaanbieders onderling en zorgaanbieders en zorgvragers. FHIR leent zich voor alle vormen van communicatie in de zorg.
openEHR
openEHR is een open standaard voor het modelleren, opslaan en behandelen van zorgdata. Met deze set documenten kun je informatie- en interoperabiliteitsoplossingen ontwikkelen voor de zorg, zoals zorginformatiesystemen (bijv. een EPD/ECD of HIS).
Er is wel degelijk overlap tussen beide standaarden: zo biedt de FHIR-specificatie enkele handvatten voor data-opslag, maar in veel beperktere vorm dan openEHR. Naast dat openEHR voor data-opslag meer detail kan faciliteren, is het op opslag-gebied simpelweg ‘volwassener’. Zie voor meer perspectieven hierover ook deze interessante conversatie op het openEHR forum.
Aan de andere kant biedt openEHR ook API's voor uitwisseling, maar deze zijn relatief nieuw ten opzichte van de mogelijkheden die FHIR biedt.
In de woorden van onze collega Jorn Duwel, die veel ervaring heeft met FHIR: “Je kunt je eten nog redelijk snijden met een vork, maar er is een betere tool.”
Uiteindelijk komt het erop neer dat kiezen voor één van beide standaarden om alle scenario’s op te lossen niet wenselijk is - ze hebben beide hun kracht en kunnen elkaar versterken. Niet FHIR versus openEHR dus, maar…
Bij CODE24 leggen we veelal de nadruk op openEHR, omdat onze focus ligt op databeschikbaarheid middels gestandaardiseerde data-opslag. We geloven erin dat daar de toekomst ligt, maar dat betekent niet dat er geen rol is (of zal blijven) voor gegevensuitwisseling. We kunnen, zeker de komende jaren, simpelweg nog niet zonder - al is het maar om gegevens te kunnen uitwisselen vanuit allerhande ‘data-silo’s', zoals systemen die geen gebruikmaken van openEHR. FHIR is hiervoor een bewezen en breed gedragen optie, die wij zelf ook al sinds 2017 hanteren (inclusief mapping tussen beide standaarden en in de rol van MedMij DVA).
Waar openEHR al langer bestaat, heeft FHIR in Nederland sneller voet aan de grond gekregen. Zo maakt MedMij gebruik van FHIR en heeft het ministerie van VWS in 2023 in een kamerbrief aangegeven te kiezen voor FHIR voor “het verbeteren van databeschikbaarheid middels een landelijk dekkend netwerk van infrastructuren.” Er is vanuit de Nederlandse overheid nog geen uitspraak gedaan over een standaard voor het modelleren en opslaan van zorgdata, maar er is beweging: organisaties als Nictiz onderzoeken de rol van de verschillende standaarden om te komen tot een ideaalscenario voor het Nederlandse zorginformatiestelsel. Lees hierover bijvoorbeeld het “Onderzoek toekomstscenario’s zibs”. Dat zowel FHIR als openEHR middels hun internationale community's al een groot draagvlak hebben in de sector wordt ook zeker meegewogen in de diverse analyses.
Dat ook de organisaties achter de standaarden zelf nu onderzoeken hoe openEHR en FHIR elkaar kunnen versterken is een goede en belangrijke stap. Naast de aankondiging vanuit HL7 en openEHR van mei dit jaar, publiceerden Guy Tsafnat, Rachel Dunscombe, Davera Gabriel, Grahame Grieve en Christian Reich vanuit zowel openEHR International als HL7 International in april ook al het opiniestuk ‘Converge or Collide? Making Sense of a Plethora of Open Data Standards in Health Care’. In dit artikel doen de auteurs een voorstel om keuzes te maken voor drie gespecialiseerde standaarden voor drie specifieke zorgdata-domeinen:
Klinische zorg en administratie (documentatie van zorgdata ten behoeve van o.a. continuïteit van zorg en facturering)
Data-uitwisseling (communicatie tussen stakeholders, van zorgverleners tot zorgvragers en zorgverzekeraars)
Longitudinale analyse (het onderzoeken van patronen, trends en voorspelbaarheid)
Voor deze domeinen stellen de auteurs voor dat openEHR gebruikt zal worden voor klinische zorg en administratie, FHIR voor data-uitwisseling en het OMOP (Observational Medical Outcomes Partnership) Common Data Model voor longitudinale analyse: “An interoperable health system would use openEHR to collect data, FHIR to transmit data between systems en organizations, and OMOP to find insights in the data.”
Het voornemen om FHIR en openEHR meer te harmoniseren is een belangrijke sleutel om de twee op een krachtige manier naast elkaar te kunnen gebruiken. Hierop werd ook al voorgesorteerd in een sessie georganiseerd door de Masterclass openEHR, waarbij FHIR-oprichter Grahame Grieve een vergelijking maakte van de twee standaarden en voorstellen deed voor samenwerking. Inmiddels wordt er binnen beide communities actief onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor harmonisering en we verwachten hier ook interessante perspectieven op bij de openEHR International Conference in november van dit jaar.
Uiteindelijk zal er bij conversie tussen verschillende standaarden regelmatig informatie verloren gaan - zo kan er informatie missen na conversie, of kan context of een onderlinge relatie tussen informatie verloren gaan. Nauwere samenwerking en harmonisering waar mogelijk kunnen helpen om te zorgen dat we de kracht van de verschillende standaarden naast elkaar kunnen inzetten met minimaal gegevensverlies. We blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen.