Stroomlijn de samenwerking met laboratoria
Zorgorganisaties werken vaak samen met meerdere externe laboratoria in de regio voor het aanvragen van labonderzoeken. Dit is veelal een bewerkelijk proces, waar een berg papierwerk bij komt kijken. In een tijd waarin zoveel digitaal mogelijk is, klinkt dat eigenlijk heel vreemd - wat is de moeilijkheid in dit proces en hoe kan het toch succesvol gedigitaliseerd worden?
Ieder lab heeft een eigen werkproces
Het werkproces van laboratoria is niet landelijk (of zelfs maar regionaal) vastgesteld. Er zijn veel verschillen in de systemen die per lab gebruikt worden en hoe hier gegevens mee uitgewisseld kunnen worden. Dat maakt het moeilijk om het werkproces rond het uitzetten van laboriatoriumopdrachten en het ontvangen van uitslagen te digitaliseren - het proces is niet one size fits all in te richten.
Inrichten voor flexibiliteit
De oplossing voor dit probleem zit hem in het loslaten van het idee om echt tot een one size fits all proces te willen komen. Je kunt wel toewerken naar één proces, maar je moet zorgen dat dit proces flexibiliteit kan faciliteren.
Stel je het volgende scenario voor: Laboratorium A hanteert voor onderzoek naar Bepaling 1 hogere kosten dan Laboratorium B doet. Je wilt dus dat je medewerkers voor onderzoeken naar Bepaling 1 alleen terecht kunnen bij Laboratorium B. Je hebt dan twee verschillende laborderformulieren nodig: op die voor Lab A wordt Bepaling 1 niet als optie weergegeven en bij Lab B wel.
Wanneer jouw zorgorganisatie de laborderformulieren per laboratorium naar wens kan inrichten, is deze flexibiliteit er wel.
Standaarden voor uitwisseling
Hetzelfde geldt eigenlijk voor de daadwerkelijke uitwisseling van gegevens tussen de zorgorganisatie en het laboratorium - het ene lab gebruikt voor digitale gegevensuitwisseling de HL7 standaard, de ander Edifact, weer een ander HL7 FHIR. Je kunt dus niet bepalen dat gegevensuitwisseling altijd via bijvoorbeeld Edifact gebeurt - ook hier is flexibiliteit benodigd. Voor het verzenden en ophalen van gegevens moet dan per lab gedefinieerd kunnen worden welke uitwisselingsstandaard er gebruikt wordt.
Wisselende terminologie
De gebruikte terminologie voor de te onderzoeken bepalingen verschillen ook vaak per lab - in het laborderformulier moet de juiste terminologie dus meegegeven kunnen worden. Hier is een vertaalslag nodig die wederom per lab ingericht moet worden.
Het proces flexibel digitaliseren met Lab24
Met de Lab24 module bieden we de flexibiliteit die een zorgorganisatie nodig heeft om efficiënt digitaal met meerdere laboratoria te kunnen samenwerken. Bij de implementatie zorgen we er indien nodig voor dat er per lab een apart laborderformulier ingericht wordt en dat er per lab gedefinieerd kan worden of de orders en de uitslagen per HL7, Edifact of FHIR uitgewisseld worden. Lab24 heeft bovendien een zogeheten ‘Lab translator’ beschikbaar - deze zorgt dat de laboratoria de laborders met de voor hen bekende terminologie binnenkrijgen.
Zo kan ook jouw organisatie gedag zeggen tegen de papierwinkel rond laborders en labuitslagen: standaardisering met flexibiliteit.
Wil je meer weten over Lab24 of wellicht eens een demo zien van het systeem? Neem dan contact met ons op.